Ingrijpende wijzigingen in het Energiebesluit

De Vlaamse regering had eerder ingrijpende wijzigingen gepland in het Energiebesluit, meer bepaald van de artikels die een impact hebben op het bepalen van de bandingfactor en de projectcategorieën waarvoor steun kan aangevraagd worden.

Op 21 augustus 2020 is het besluit van de Vlaamse regering in het staatsblad verschenen, en we lijsten hieronder de belangrijkste wijzigingen voor WKK’s op:

  • Er worden geen warmtekrachtcertificaten toegekend voor de warmtekrachtbesparing gedurende de periodes waarin de day-ahead prijzen op de Belgische spotmarkt negatief zijn gedurende minstens 6 opeenvolgende uren. De regeling is niet van toepassing op installaties met een bruto nominaal elektrisch vermogen lager dan 500 kW.
  • De maximale bandingfactoren worden als volgt aangepast:

1. Groene-stroomcertificaten:

Startdatum202120222023
Zon0,80,60,4
Wind0,560,420,28
Biogas0,760,720,68


2. Warmtekracht-certificaten:

startdatum202120222023
WKK op biogas of biomassa111
Andere WKK0,950,90,85
  • Voor Groene-stroomcertificaten worden de volgende representatieve projectcategorieën geschrapt:
    1. nieuwe installaties voor de verbranding van vaste biomassa met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 20 MWe;
    2. nieuwe installaties voor de verbranding van vloeibare biomassa met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 20 MWe;
    3. nieuwe installaties voor de verbranding van biomassa-afval met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 20 MWe.
    • Voor Warmtekracht-certificaten zijn er volgende wijzigingen:
      1. De projectcategorie voor installaties op stortgas (Cat. 5/1.a.3) vervalt volledig. Dit valt nu onder Cat 5/1.a
      2. De projectcategorie voor turbines > 20 MWe, cat. 8, vervalt volledig. Voor turbineprojecten > 20 MWe moet vanaf nu een projectspecifieke bandingfactor aangevraagd worden.
      3. Installaties die werken op vaste of vloeibare biomassa of op biomassa afval kunnen geen (projectspecifieke) bandingfactor meer aanvragen.

    • In de OT-berekening worden volgende wijzigingen doorgevoerd:
      1. De exploitatieperiode van biogas en biomassa installaties daalt van 17 naar 15 jaar.
      2. De gewenste IRR daalt van 10.5 naar 8.5.

    In bijlage vindt u de nieuwe bandingfactoren (onder voorbehoud). Deze bandingfactoren zijn berekend met de voorgestelde gelijkgetrokken indexatie percentages voor: de vermeden kost bij elektriciteit door zelfafname, de marktwaarde elektriciteit bij verkoop en de marktprijs van de vermeden primaire brandstof voor dezelfde hoeveelheid nuttige warmte. De indexatie is vastgelegd op +2,5% per jaar.

    COGEN Vlaanderen pleitte overigens voor een nog verdere herziening van deze parameters (vooral de lagere groei van de zelfconsumptie door de stabilisatie van de vermeden kosten die via de elektriciteitsfactuur wordt opgehaald).

    Geplaatst op 22 augustus 2020