Beste leden,
Naar aanleiding van de uitwerking van het "Fit for 55"-pakket - in het kader van de realisatie van de Europese Green Deal en het REPowerEU-plan - is de herziening van de Europese energie-efficiëntierichtlijn (EED) afgerond. De nieuwe richtlijn (EU) 2023/1791 verscheen op 20 september in het EU-Publicatieblad en zal in werking treden op 10 oktober 2023.
Vanuit COGEN Vlaanderen verwelkomen we onder meer de visie voor een verhoogde aandacht voor primaire energiebesparing, sectorkoppeling en energiesysteemintegratie. De evolutie naar een doorgedreven elektrificatie van onze maatschappij (uitrol elektrisch transport, residentiële en industriële warmtepompen, etc.) - en gekenmerkt door een hogere aanwezigheid van elektriciteitsproductie uit wind en zon - vraagt immers om flexibele elektriciteitsproductie uit brandstoffen. Indien we als maatschappij ook de restwarmte uit deze elektriciteitsproductie ten volle wensen te benutten (= cogeneratie), met de bijhorende primaire energiebesparing tot gevolg, dienen we de elektriciteitssector verwoven te zien met warmtegebruikers zoals industrie, landbouw, tertiaire sector en huishoudens.
De herziening van de EED voorziet onder meer in:
- De bevestiging van het energie-efficiëntie-eerst beginsel binnen de EED (artikel 3). Dit beginsel (gedefinieerd volgens artikel 2 (18) van EU Verordening 2018/1999) dient als centraal en prioritair element te worden opgenomen in toekomstige besluitvorming. Niet enkel binnen iedere afzonderlijke eindgebruikerssectoren, maar ook als een holistische aanpak op niveau van het gehele energiesysteem (zie onder meer recitals 16 en 18).
- Verhoogde energie-efficiëntiedoelstellingen voor de hele EU in 2030 (artikel 4): een bindende collectieve limiet voor het finaal energieverbruik van 763 Mtoe en een indicatieve doelstelling voor het primair energieverbruik van 992,5 Mtoe. Zie onderstaande figuur (bron: Infographic - Fit for 55: how the EU will become more energy-efficient):
- De lidstaten dienen een uitgebreide analyse van het potentieel van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en efficiënte stadsverwarming en -koeling te maken (artikel 25 en bijlage X). Nieuwe elektriciteitsinstallaties en bestaande installaties die ingrijpend gerenoveerd worden of waarvan de vergunning of licentie wordt vernieuwd, moeten onder voorbehoud van een kosten-batenanalyse waaruit een kosten-batenoverschot blijkt, uitgerust worden met hoogrenderende warmtekrachtkoppelingseenheden om de warmte terug te winnen die bij de productie van elektriciteit vrijkomt.
- Lidstaten dienen de invoering aan te moedigen van maatregelen en procedures ter bevordering van installaties met warmtekrachtkoppeling met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 5 MW, zodat gedistribueerde energieopwekking meer ingang vindt. (recital 103)
- De lidstaten moeten, voor de uitvoering van nationale uitgebreide beoordelingen, de beoordelingen van het potentieel voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en efficiënte stadsverwarming en -koeling op regionaal en lokaal niveau (gemeenten met meer dan 45.000 inwoners) aanmoedigen. De lidstaten moeten stappen zetten om de realisatie van het vastgestelde kostenefficiënte potentieel van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en efficiënte stadsverwarming en -koeling te bevorderen en te vergemakkelijken.
- Vernieuwde criteria om te voldoen aan de definitie van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling (bijlage III):
- Kleinschalige (< 1MWe) of micro-WKK (< 50 kWe): indien de eenheden een besparing op primaire energie opleveren
- Grotere installaties: primaire energiebesparing t.o.v. gescheiden opwekking ≥ 10 % (gebruik rendementsreferentiewaarden voor gescheiden productie van warmte en elektriciteit)
- Voor warmtekrachtkoppelingseenheden die na omzetting van bijlage III worden gebouwd (of ingrijpend gewijzigd) zijn de directe emissies van koolstofdioxide uit fossiele brandstoffen < 270 g CO2/kWh energieoutput (met inbegrip van warmte/koude, stroom en mechanische energie)
- Bestaande units die vóór 10 oktober 2023 in werking zijn, kunnen tot 1 januari 2034 hier van afwijken mits er een plan bestaat om de emissiedrempel uiterlijk op 1 januari 2034 te bereiken en mits dit plan ter kennis van de betrokken exploitanten en van de bevoegde autoriteiten is gebracht.
- Bij nieuwe cogeneratie-eenheden, en bij vernieuwingen, wordt enkel nog aardgas aanvaard als een fossiele brandstof om erkenning te krijgen als hoogrenderende warmtekrachtkoppeling (en mogelijke subsidieerbaarheid)
- Vernieuwde voorwaarden om te kwalificeren als een efficiënt systeem voor stadsverwarming en -koeling (artikel 26, §1), zie onderstaande tabel.
Op 21 november 2023 organiseren we samen met ODE een studiedag EU Green Deal waar onder meer verder zal worden stilgestaan bij de verschillende herzieningen zoals deze van de EED en het Europees systeem voor emissiehandel (EU ETS).
Met vriendelijke groeten,
Het COGEN-team